Betekenis van:
teder

teder
Bijvoeglijk naamwoord
  • innig; liefdevol; vol liefde
"een tedere kus/omhelzing"
"teder zingen"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. De wind kuste de bomen teder.
  2. Teder legde hij zijn hand op haar schouder.
  3. Teder legde hij zijn hand op haar schouder.
  4. Mevrouw Reet TEDER, Eesti Kaubandus-Tööstuskoja poliitikadirektor — I grupp — tööandjate esindajad, (beleidsdirecteur van de Estlandse kamer van koophandel en industrie — groep I — werkgeversvertegenwoordigers) wordt benoemd tot lid van het Europees Economisch en Sociaal comité voor de resterende duur van het mandaat, te weten tot en met 20 september 2010.