Betekenis van:
tegenwoordig

tegenwoordig
Bijvoeglijk naamwoord
  • aanwezig; present; hedendaags
"de tegenwoordige tijd"
"de tegenwoordige voorzitter"

Synoniemen

tegenwoordig
Bijvoeglijk naamwoord
  • betreffende de huidige tijd, huidig
tegenwoordig
Bijvoeglijk naamwoord
  • aanwezig
tegenwoordig
Bijvoeglijk naamwoord
  • van nu; momenteel; present; huidig

Synoniemen

tegenwoordig
Bijvoeglijk naamwoord
  • modern; eigentijds; passend bij deze tijd

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Tegenwoordig spelen kinderen niet buiten.
  2. De prijzen zijn hoog tegenwoordig.
  3. Wat vind je van de jeugd van tegenwoordig?
  4. "Walakoem-oes-salaam, Al-Sayib!" antwoordde Dima. "Wat doe jij tegenwoordig?"
  5. "Walakoem-oes-salaam, Al-Sayib!" antwoordde Dima, maar zette het geluid van zijn telefoon deze keer wat harder, om te voorkomen dat dit een dubbele zin zou worden. "Wat doe jij tegenwoordig?"
  6. De genoemde twee werkplaatsen worden tegenwoordig uitbesteedt.
  7. Tegenwoordig beperkt Parcelforce zich tot tijdskritieke pakketbezorging.
  8. Tegenwoordig Bundesanstalt für Finanzdienstleistungsaufsicht („BaFin”) geheten.
  9. Tegenwoordig is BGB 100 % eigenaar van zowel IBAG als LPFV.
  10. Verleent tegenwoordig onder de naam „POST-TEL Sp. z o.o.” ook IT-diensten.
  11. Volgens de verstrekte informatie ressorteert het klooster tegenwoordig onder een onafhankelijke publiekrechtelijke stichting.
  12. De eigendomsstructuur ziet er tegenwoordig als volgt uit: 40 % BGB, 30 % LBB en 30 % BerlinHyp.
  13. Het vervoer van vers fruit, met name over zee, is tegenwoordig zeer belangrijk.
  14. In plaats daarvan zijn individuele vertrouwelijke contracten tegenwoordig belangrijker in verschillende vaargebieden.
  15. betreffende een steunmaatregel van Duitsland ten behoeve van de Westdeutsche Landesbank — Girozentrale, tegenwoordig WestLB AG geheten