Betekenis van:
tijdelijk

tijdelijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • slechts enige tijd durend
"een tijdelijk werk/contract"
"een tijdelijke aanstelling/straf"

Synoniemen

tijdelijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • betr. hebbend op de tijd
"ruimtelijke en tijdelijke ordening"

Synoniemen

tijdelijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • voor een beperkte tijd, niet permanent
"Gelieve ons te verontschuldigen voor de tijdelijke hinder."
tijdelijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet duurzaam
"het tijdelijke met het eeuwige verwisselen"
"tijdelijke goederen"

Synoniemen

Hyperoniemen

tijdelijk
Bijwoord
  • voor een beperkte tijd, niet permanent

Voorbeeldzinnen

  1. Tijdelijk
  2. tijdelijk functionaris,
  3. Tijdelijk grasland
  4. Tijdelijk herstructureringsfonds
  5. tijdelijk grasland
  6. Tijdelijk geval „T1”:
  7. Tijdelijk personeel voor huishoudens
  8. Tijdelijk grasland en begrazing
  9. Klein, laagland, tijdelijk
  10. Tijdelijk binnenbrengen van goederen
  11. Werknemer, tijdelijk, voltijds
  12. Categorie „T1” (tijdelijk)
  13. Tijdelijk toegepaste methode
  14. Werknemer, tijdelijk, deeltijds
  15. Categorie „T” (tijdelijk)