Betekenis van:
uiteenvallen

uiteenvallen
Werkwoord
  • verbrokkelen
"uiteenvallen in [staten]"
"de doos/auto viel uiteen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

uiteenvallen
Werkwoord
  • het in stukken verdeeld raken van een groter geheel
"Na de Eerste Wereldoorlog is Oostenrijk-Hongarije uiteengevallen."

Voorbeeldzinnen

  1. indien de stof en de afbraakproducten daarvan snel uiteenvallen.
  2. indien de stof en de relevante afbraakproducten ervan snel uiteenvallen.
  3. voor vaste stoffen die een smeltpunt boven 300 °C hebben of die uiteenvallen voordat zij koken.
  4. voor stoffen die uiteenvallen voordat zij koken (bijvoorbeeld auto-oxidatie, herrangschikking, afbraak, ontleding).
  5. De dierlijke bijproducten worden vervluchtigd tot complexe koolwaterstoffen en de daarbij vrijkomende gassen gaan van de primaire kamer door een nauwe opening boven in de achterwand naar de meng- en kraakzones, waar zij uiteenvallen in hun bestanddelen.