Betekenis van:
uitlaten
uitlaten
Werkwoord
- iets zeggen over
"je (niet) uitlaten over [een plan]"
"je kritisch/negatief/enthousiast/hoopvol uitlaten over iets"
Hyperoniemen
Hyponiemen
uitlaten
Werkwoord
- ''iemand ~'': iemand het huis uit begeleiden
"Laat jij de gasten even uit?"
uitlaten
Werkwoord
- ''iets ~'': een huisdier meest een hond- naar buiten laten
"De hond wordt altijd 's avonds nog even uitgelaten."
uitlaten
Werkwoord
- ''zich ~ over'': een uitspraak ergens over doen
"De bewindsman liet zich hier niet over uit."
uitlaten
Werkwoord
- je mening geven
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
uitlaat (de ~ | meervoud uitlaten)
Zelfstandig naamwoord
- onderdeel v.e. auto voor afvoer gassen
"uit de uitlaat (komen gassen)"
"de uitlaat van een auto"
Hyperoniemen
uitlaat (de ~ | meervoud uitlaten)
Zelfstandig naamwoord
- middel waardoor iem. zijn gevoelens of zijn gedachten kan uiten
"een uitlaat voor de jeugd"