Betekenis van:
verbruiksbelasting

verbruiksbelasting (de ~ | meervoud verbruiksbelastingen)
Zelfstandig naamwoord
  • verbruiksbelasting; accijns op verbruiksgoederen
"verbruiksbelasting betalen"
"de bijzondere verbruiksbelasting"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Deze werkwijze kan niet in overeenstemming worden gebracht met een stelsel van verbruiksbelasting dat een onmiddellijke heffing en inning van de BTW vereist.
  2. Volgens Frankrijk staat het door de steunmaatregel toegewezen bedrag (2,4 miljoen euro per jaar, 12 miljoen euro over een periode van vijf jaar) niet in verhouding tot de verbruiksbelasting (accijnzen) die deze branche opbrengt.
  3. Wat de inkomsten uit de verbruiksbelasting op Franse likeurwijn en ingevoerde likeurwijn betreft (zie overweging 51), heeft Frankrijk uitgelegd dat in de (naar accijnstarief opgesplitste) belastingstatistieken geen onderscheid kan worden gemaakt tussen Franse producten en producten van een andere communautaire oorsprong.
  4. Artikel 6 daarvan bepaalt dat de leveringen van zware stookolie met een gehalte aan zwavel van minder dan 2 % opgenomen in de identificatie-index 28bis van tabel B bij artikel 265, lid 1, van het douanewetboek in aanmerking komen voor vrijstellingen van de binnenlandse verbruiksbelasting op aardolieproducten wanneer zij bestemd zijn om als brandstof te worden gebruikt bij de productie van aluminiumoxide.
  5. Het gemeenschappelijke BTW-stelsel berust op het beginsel dat op goederen en diensten een algemene verbruiksbelasting wordt geheven die strikt evenredig is aan de prijs van de goederen en diensten, zulks ongeacht het aantal handelingen dat tijdens het productie- en distributieproces vóór de fase van heffing plaatsvond.