Betekenis van:
vereniging

vereniging (de ~ | meervoud verenigingen)
Zelfstandig naamwoord
  • georganiseerde groep
"het bestuur van de vereniging"
"een vereniging oprichten"

Hyperoniemen

Hyponiemen

vereniging
Zelfstandig naamwoord
  • een groep van mensen met gelijke interesse
"Hij had zich aangesloten bij een vereniging voor fotografie."
vereniging
Zelfstandig naamwoord
  • een operatie die twee of meer verzamelingen samenvoegt

Voorbeeldzinnen

  1. De vereniging van Schotland en Engeland vond plaats in 1706.
  2. Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen;
  3. Vereniging van gemeenten
  4. Europese Vereniging van Spaarbanken;
  5. grensoverschrijdende vereniging, niet-gouvernementele vereniging of onafhankelijke stichting.
  6. de Deense vereniging van mouters
  7. De Noorse vereniging van scheepseigenaars
  8. de Britse vereniging van mouters
  9. De Deense vereniging van scheepseigenaars
  10. de Duitse vereniging van mouters
  11. de Franse vereniging van mouters
  12. Internationale Vereniging van cruisemaatschappijen (CLIA)
  13. Studie Italiaanse Vereniging van Banken
  14. De Italiaanse Vereniging van Banken
  15. Europese Vereniging van Coöperatieve Banken;