Betekenis van:
verf

verf (de ~ | meervoud verven)
Zelfstandig naamwoord
  • dikke substantie om zaken te kleuren
"het interieur heeft een opknapbeurt ondergaan en het geheel kreeg een nieuw verfje"
"de verf dik opbrengen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

verf
Zelfstandig naamwoord
  • de algemene benaming voor een product dat bedoeld is om voorwerpen te beschermen tegen de weersomstandigheden of te kleuren door ze van een pigmenthoudende laag te voorzien

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Meng de rode met de blauwe verf.
  2. Als je het geel verft, sla je twee vliegen in één klap: én het valt goed op, én je bespaart geld omdat je verf kunt gebruiken die je al in huis hebt.
  3. Verf
  4. Verwijderen van oude verf
  5. Aanbrengen van nieuwe verf
  6. Verf, vernis en mastiek
  7. Verf en vernis: oplossingen
  8. Verf voor kunstschilders
  9. Verf en wandbekleding
  10. Verf in assortimenten
  11. verf [3208] [3209] [74]
  12. Verf en wandbedekking
  13. verf [3208] [3209]
  14. Verf voor onderwijsdoeleinden
  15. Verf in assortimenten