Betekenis van:
verheugen

verheugen
Werkwoord
  • ''zich ~'': blijdschap ervaren
"Hij verheugde zich enorm toen zij onverwachts belde."
verheugen
Werkwoord
  • ''zich ~ op'': reikhalzend uitzien naar iets
"Hij verheugde zich op haar aangekondigde bezoek."
verheugen
Werkwoord
  • ''iemand ~'' vreugde bereiden
"Hij verheugde zijn moeder met een onverwacht bezoekje."
verheugen
Werkwoord
  • plezier doen; verblijden; plezieren
"het verheugt me te horen dat hij weer gezond is"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

verheugen
Werkwoord
  • verlangend op iets wachten
"je verheugen op iets"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. de heer Günter VERHEUGEN