Betekenis van:
verstrijken

verstrijken
Werkwoord
  • het verlopen van een tijdslimiet
"Het ultimatum verstreek zonder dat er iets gebeurde."
verstrijken
Werkwoord
  • smerend uitspreiden

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Zoals een boom bij het verstrijken van de tijd
  2. Tijd heeft geen onderverdelingen om het verstrijken ervan aan te duiden, er is nooit een onweersbui of trompetgeschal om het begin van een nieuwe maand of een nieuw jaar aan te kondigen. Zelfs wanneer er een nieuwe eeuw aanbreekt, zijn alleen wij stervelingen het, die klokken luiden en pistolen afschieten.
  3. De quota verstrijken in 2015.
  4. Deze maatregelen verstrijken op 20 februari 2007.
  5. Na het verstrijken van de overgangsperiode en
  6. Deze maatregelen verstrijken op 14 november 2006.
  7. Deze maatregelen verstrijken op 10 april 2008.
  8. Deze maatregelen verstrijken op 10 april 2007.
  9. verstrijken de maatregelen krachtens artikel 18;
  10. Deze maatregelen verstrijken op 25 april 2006.
  11. De voorlopige MRL’s verstrijken op 1 januari 2012.
  12. De voorlopige MRL’s verstrijken op 1 juli 2011.
  13. Een paspoort dat ten minste 90 dagen na het verstrijken van het visum geldig is.
  14. De maatregelen van Besluit 2007/641/EG verstrijken op 1 oktober 2010.
  15. vóór het verstrijken van ten minste 30 kalenderdagen, ingaande op de dag na de datum waarop