Betekenis van:
verstrooid

verstrooid
Bijvoeglijk naamwoord
  • verward; verstrooid; verstrooid
"een verstrooide professor"
"verstrooid antwoorden"

Synoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Zelfs intelligente mensen zijn soms verstrooid.
  2. Persoon klapt de stoel open, neemt het zitvlak per ongeluk (persoon is onachtzaam/verstrooid) dicht bij de hoek achteraan, vinger raakt geklemd tussen zitvlak en rugleuning
  3. Persoon klapt de stoel open, neemt het zitvlak per ongeluk (persoon is onachtzaam/verstrooid) aan de zijkant, vinger raakt geklemd tussen zitvlak en verbindingsstuk
  4. Persoon klapt de stoel open, stoel klemt, persoon probeert het zitvlak neerwaarts te duwen en neemt het zitvlak per ongeluk (persoon is onachtzaam/verstrooid) aan de zijkant, vinger raakt geklemd tussen zitvlak en verbindingsstuk
  5. hemelgloed, het verlies aan duisternis in de avond en nacht als gevolg van de directe en indirecte weerkaatsing van (zichtbare en onzichtbare) straling, die vanuit de bestanddelen van de atmosfeer (gasmoleculen, aerosolen en vaste deeltjes) wordt verstrooid in de waarnemingsrichting;
  6. Persoon klapt de stoel open, stoel klemt, persoon probeert het zitvlak neerwaarts te duwen en neemt het zitvlak per ongeluk (persoon is onachtzaam/verstrooid) dicht bij de hoek, vinger raakt geklemd tussen zitvlak en rugleuning