Betekenis van:
volharding

volharding
Zelfstandig naamwoord
  • de wil om waar men mee begonnen is ten einde toe uit te voeren
"Zijn volharding was prijzenswaardig."
volharding (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • kracht om verder te gaan; het niet toegeven; vermogen om door te zetten

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Zoals ge weet, is volharding de sleutel tot het succes.
  2. De aanmeldingen betreffen een voorstel voor steun in de vorm van subsidies ten belope van in totaal 21,6 miljoen EUR, ter ondersteuning van zes scheepsbouwcontracten voor vier Nederlandse scheepswerven: Bodewes Scheepswerven BV, Bodewes Scheepswerven Volharding Foxhol, Scheepswerf Visser en Scheepswerf de Merwede.
  3. De staatssteun die Nederland voornemens is ten uitvoer te leggen ten gunste van Bodewes Scheepswerven BV, ten bedrage van […] EUR, ten gunste van Scheepswerf Visser, ten bedrage van […] EUR, ten gunste van Bodewes Scheepswerf Volharding Foxhol, ten bedrage van […] EUR en ten gunste van Scheepswerf De Merwede, ten bedrage van […] EUR, is onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt.