Betekenis van:
waterlijn

waterlijn (de ~ | meervoud waterlijnen)
Zelfstandig naamwoord
  • scheidingslijn van water
"boven/onder de waterlijn"

Hyperoniemen

Hyponiemen

waterlijn (de ~ | meervoud waterlijnen)
Zelfstandig naamwoord
  • lijn in papier als watermerk

Hyperoniemen

waterlijn
Zelfstandig naamwoord
  • de grens tussen onder en boven water, of de grens tot waar het water komt (b.v. op het strand)
waterlijn
Zelfstandig naamwoord
  • op een schip: de lijn die de grens tussen onderwaterschip en bovenwater deel aangeeft (in beladen toestand)
waterlijn
Zelfstandig naamwoord
  • een watermerk, een lijn bij het scheppen in het papier aangebracht

Voorbeeldzinnen

  1. het lozen geschiedt onder de waterlijn, rekening houdende met de plaats van de zeewaterinlaten, en
  2. beperkingen met betrekking tot de lengte, breedte, diepgang en hoogte boven de waterlijn van schepen en konvooien,
  3. .2 Hoogst gelegen indelingslastlijn: de waterlijn bij de grootste diepgang die in verband met de van toepassing zijnde indelingseisen toelaatbaar is.
  4. stuurlijnen voor kleinere koerscorrecties moeten op de middellijn van achter- en voorsteven worden vastgemaakt, op symmetrische wijze en op een hoogte tussen de plaats van KG en de beschadigde waterlijn; en
  5. De zijde van het schip tot aan de waterlijn in ongeladen toestand, de zijden van bovenbouw en dekhuizen die zich beneden de reddingsvlotten en evacuatieglijbanen bevinden en daaraan grenzen, mogen worden verlaagd tot aan A-30.
  6. De zijde van het schip tot aan de waterlijn in ongeladen toestand, de zijden van bovenbouw en dekhuizen die zich beneden de reddingsvlotten en evacuatieglijbanen bevinden en daaraan grenzen, mogen worden verlaagd tot aan A-30.
  7. „De commissie van deskundigen kan bij passagiersschepen die zijn toegelaten voor het vervoer van ten hoogste 250 passagiers en waarvan de lengte niet meer is dan 25 m, afzien van het moeten voldoen aan artikel 10.04, indien het passagiersschip is uitgerust met een van twee kanten bereikbaar platform vlak boven de waterlijn dat het mogelijk maakt personen uit het water te redden.”;
  8. Aan beide zijden van het schip moet ten minste één reddingsboei voorzien zijn van een drijvende reddingslijn, waarvan de lengte tweemaal de hoogte moet bedragen waarop zij is aangebracht boven de waterlijn bij de geringste diepgang in zeewater ofwel 30 m, welke lengte het grootste is.Twee reddingsboeien moeten zijn voorzien van een zelfwerkend rooksignaal en zelfontbrandend licht, en deze reddingsboeien moeten vanaf de brug snel losgelaten kunnen worden.