Betekenis van:
winkelier

winkelier
Zelfstandig naamwoord
  • een detailhandelaar die een winkel houdt of heeft
"Vraag het anders even aan die winkelier, dan weet je het zeker."
winkelier (de ~ | meervoud winkeliers)
Zelfstandig naamwoord
  • eigenaar v.e. winkel in de detailhandel; iemand met een eigen bedrijf of winkel; winkelier; iemand die spullen doorverkoopt; eigenaar/bedrijfsleider v.d. winkel
"een kleine winkelier"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. "Wat voor gevoel?" vroeg de winkelier.
  2. "Nee," antwoordde de winkelier. "Ik meen het. U heeft het prijskaartje gezien."