Betekenis van:
handelaar

handelaar (de ~ | meervoud handelaars, handelaren)
Zelfstandig naamwoord
  • iem. die handel drijft
"een handelaar in [oud papier]"
"handelaren en beleggers"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

handelaar
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die handel drijft

Voorbeeldzinnen

  1. Handelaar
  2. HANDELAAR geadresseerde
  3. HANDELAAR zekerheidsteller
  4. HANDELAAR afzender
  5. HANDELAAR afzender
  6. verbonden handelaar
  7. Accijnsnummer handelaar
  8. HANDELAAR aangever
  9. HANDELAAR geadresseerde
  10. Naam handelaar
  11. Identificatie handelaar
  12. HANDELAAR eerste vervoerder
  13. HANDELAAR afzender (vak 2)
  14. Naam van de handelaar
  15. AANVULLING HANDELAAR geadresseerde