Betekenis van:
koper

koper (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • roodbruin metaal
"(het) koper poetsen"

Hyperoniemen

koper
Zelfstandig naamwoord
  • persoon die koopt
"Ze konden geen kopers vinden voor hun peperdure huis."
koper
Zelfstandig naamwoord
  • , een scheikundig element met symbool '''Cu''' en atoomnummer 29. Het is een roodgeel overgangsmetaal
"Na het veel duurdere zilver is koper de beste geleider van elektrische stroom en van warmte van alle metalen."
koper
Zelfstandig naamwoord
  • voorwerpen van koper

Hyperoniemen

koper
Zelfstandig naamwoord
  • legering van dit metaal met zink (30-40%) en wat tin; koperlegering; legering van koper en zink

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

koper
Zelfstandig naamwoord
  • de koperen blaasinstrumenten in een orkest en hun bespelers

Hyperoniemen

Hyponiemen

koper
Zelfstandig naamwoord
  • iem. die koopt of wenst te kopen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Elektriciteitskabels zijn gemaakt van koper.
  2. Laat de koper op zijn hoede zijn
  3. Koper
  4. Koper
  5. koper
  6. KOPER
  7. van koper
  8. Koper (eindproduct)
  9. geraffineerd koper
  10. Opgelost koper
  11. Oxine-koper
  12. Koper — havengrensovergang
  13. IMPORTEUR/KOPER
  14. Koper (μg)
  15. Acypetacs-koper