Betekenis van:
wisseling

wisseling (de ~ | meervoud wisselingen)
Zelfstandig naamwoord
  • ruil, verruiling
"de wisseling der/'van de' seizoenen"
"de wisseling van de wacht"

Synoniemen

Hyperoniemen

wisseling
Werkwoord
  • het van plaats ruilen

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Deze wisseling moet minstens 10000 keer worden uitgevoerd en vervolgens nog 20000 keer, tenzij er lekkage-voor-breuk ontstaat;
  2. Bij wijze van alternatief mag een lidstaat die dit passend acht om de gestelde doelen te verwezenlijken, onverminderd artikel 42, lid 2, een wisseling van auditkantoor verlangen.
  3. Met het oog op een ordelijk verloop van de wisseling van groepsleden kan de groep besluiten tot een gedeeltelijke vervanging van de leden in groepen van twee of drie.
  4. Ook geloven de Britse autoriteiten dat Spanje de constante wisseling van eigenaar van verlieslijdende scheepswerven gebruikt als een manier om een sector die tracht te ontkomen aan een noodzakelijke herstructurering te voorzien van een continue subsidiestroom.