Betekenis van:
breken

breken
Werkwoord
  • door scheiding in stukken bewerkstelligen
"iets in stukken breken"
"iets in twee delen breken"

Hyperoniemen

Hyponiemen

breken
Werkwoord
  • verbreken (gewoonte, relatie)
"met ['je ouders'/'je verloofde'] breken"
"met [een traditie] breken"

Hyperoniemen

breken
Werkwoord
  • onopzettelijk in stukken maken
"bij iemand een potje kunnen breken"
"een glas breken"

Hyperoniemen

Hyponiemen

breken
Werkwoord
  • (''algemeen'') in stukken uiteenvallen
"De ruit is vanmiddag gebroken."
breken
Werkwoord
  • in stukken uiteen doen vallen
"Vanmiddag brak een hevige windvlaag de ruit van de voorkamer."
breken
Werkwoord
  • vernietigen; schenden
"nood breekt wet"
"zijn woord breken"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

breken
Werkwoord
  • licht dat door middel van een prisma afgebogen wordt

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Je moet je beloftes niet breken.
  2. Het ijs zal breken onder je gewicht.
  3. Hackers breken zonder toestemming in computers in.
  4. Je kan geen omelet maken zonder eieren te breken.
  5. De tank mag niet breken.
  6. De barsttest mag de tank niet in stukken breken.
  7. Het breken van de eieren moet zo geschieden dat verontreiniging tot een minimum wordt beperkt, met name door het breken afdoende van de andere handelingen te scheiden.
  8. De trekhaak en trekstang moeten bestand zijn tegen een kracht van 1000 kN zonder te breken.
  9. machines en toestellen voor het breken, het malen of het verpulveren
  10. Redden (breken en doorgangen maken, snijden, tillen en vervoeren, stutten, gebruik van reddingstouw).
  11. De tank, die onder werkdruk staat, ontlucht uitsluitend via de overdrukinrichting en mag niet breken.
  12. die zo sterk zijn dat ze onder normale vervoersomstandigheden niet breken;
  13. De schroefkoppeling dient bestand te zijn tegen een kracht van 850 kN zonder te breken.
  14. De vergrendelingen mogen niet breken en moeten na de test nog steeds perfect functioneren.
  15. door toegangsdeuren (door het uitwerpen ervan of door het breken van de ruit).