Betekenis van:
zaad

zaad (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • hoeveelheid van dergelijke kiemen
"zaad dragen"
"in het zaad schieten"

Hyperoniemen

zaad (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • mannelijk zaad van mens of dier; mannelijk zaad van mens of dier; mannelijk zaadvocht
"het mannelijk zaad"
"Abrahams zaad"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

zaad
Zelfstandig naamwoord
  • een bevruchte kiem waaruit een nieuwe plant van dezelfde soort groeit
zaad
Zelfstandig naamwoord
  • zaadcellen uit de mannelijke geslachtsorganen van een mens of een dier
zaad (het ~ | meervoud zaden)
Zelfstandig naamwoord
  • klein zaadkiempje; kiem waaruit een plant voortkomt

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. gecertificeerd zaad
  2. (% zuiver zaad)
  3. I. GECERTIFICEERD ZAAD
  4. zaad van voedergewassen
  5. Gecertificeerd zaad, tweede vermeerdering
  6. tomatenplanten en -zaad,
  7. Hoeveelheid gecertificeerd zaad
  8. Gecertificeerd zaad, eerste vermeerdering
  9. aardappelknollen, -planten of -zaad,
  10. gecertificeerd zaad 90,0 %
  11. gecertificeerd zaad, eerste vermeerdering
  12. gecertificeerd zaad, tweede vermeerdering
  13. Verwerving van zaad
  14. I. BASISZAAD EN GECERTIFICEERD ZAAD
  15. olie van selderijblad en -zaad