Betekenis van:
zadeldak

zadeldak (het ~ | meervoud zadeldaken)
Zelfstandig naamwoord
  • bepaalde vorm v.e. dak
"een zadeldak met pannen"

Hyperoniemen

zadeldak
Zelfstandig naamwoord
  • een dak met twee tegen elkaar geplaatste gelijkhellende dakschilden
"De kerk van Anloo heeft een zadeldak."