Betekenis van:
zeeboezem

zeeboezem
Zelfstandig naamwoord
  • een stuk zeewater zich in zekere mate landinwaarts uitstrekt
"Kreken, zeearmen, inhammen, golven, baaien, bochten en binnenzeeën zijn zeeboezems."
zeeboezem
Zelfstandig naamwoord
  • wijde baai; grote zee-inham

Synoniemen

Hyperoniemen