Betekenis van:
zelfverdediging

zelfverdediging (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • bescherming van jezelf; zelfverdediging
"een cursus zelfverdediging"
"uit zelfverdediging"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. De staten hebben het recht de middelen voor zelfverdediging over te dragen, hetgeen verenigbaar is met het recht van zelfverdediging dat erkend wordt door het VN-Handvest.
  2. onder ML7.d) vallen niet: „stoffen voor oproerbeheersing” in individuele verpakkingen die zijn bedoeld voor zelfverdediging.
  3. Noot 1In ML7.d) worden niet bedoeld „stoffen voor oproerbeheersing” in individuele verpakkingen die zijn bedoeld voor zelfverdediging.
  4. Deze noodzaak, zelfverdediging en de verplichting om de door anderen veroorzaakte schade te beperken, rechtvaardigen de regeling inzake gekwalificeerde vennootschappen.
  5. De lidstaten brengen verklaringen uit als bedoeld in artikel 36 waarin bewapening, munitie en uitrusting worden opgesomd die uitsluitend mogen worden gebruikt bij wettige zelfverdediging of ter verdediging van anderen.
  6. Zoals sommige belanghebbende partijen hebben beweerd, kan dit inderdaad tot een achteruitgang van de werkgelegenheid in de EU hebben geleid, maar dit moet ook worden gezien als een daad van zelfverdediging van ondernemingen die worden geconfronteerd met een sterk stijgende invoer tegen dumpingprijzen, en heeft dus meer te maken heeft met het bestaan van dumping dan met zichzelf toegebrachte schade.