Betekenis van:
zitbad

zitbad
Zelfstandig naamwoord
  • een bad waarin men zittend plaatsneemt
"Er was een tweede, kleinere badkamer met een zitbad erin."
zitbad (het ~ | meervoud zitbaden)
Zelfstandig naamwoord
  • badkuip waarin je zittend baadt

Hyperoniemen