Betekenis van:
zwanger

zwanger
Bijvoeglijk naamwoord
  • in verwachting
"ze is al vijf maanden zwanger"
"zwangere vrouwen"

Synoniemen

zwanger
Bijvoeglijk naamwoord
  • de toestand waarin een vrouw verkeert wanneer er in de baarmoeder een bevruchting heeft plaatsgevonden

Voorbeeldzinnen

  1. Ze is zwanger.
  2. Ze is zwanger.
  3. Ze is acht maanden zwanger.
  4. Wist je dat mannen die regelmatig de pil slikken niet zwanger raken?
  5. Indien de in vak 11 genoemde persoon zwanger is, de vermoedelijke datum van de bevalling aangeven: …
  6. ervoor te zorgen dat vrouwelijke bemanningsleden die zwanger zijn en dit bij de exploitant hebben gemeld, zo ingedeeld worden dat de equivalente dosis die de foetus oploopt zo laag blijft als redelijkerwijs mogelijk is en in elk geval niet meer bedraagt dan 1 mSv gedurende de rest van de zwangerschap;
  7. ervoor te zorgen dat vrouwelijke bemanningsleden die zwanger zijn en dit bij de exploitant hebben gemeld, zo ingedeeld worden dat de equivalente dosis die de foetus oploopt zo laag blijft als redelijkerwijs mogelijk is en in elk geval niet meer bedraagt dan 1 mSv gedurende de rest van de zwangerschap;