Vertaling van Begriff

Inhoud:

Duits
Nederlands
Begriff [m] (der ~), Kenntnis [v] (die ~), Kenntnisse {zn.}
kennis [v]
kunde
bekendheid  [v]
Erkenntnis [v] (die ~), Bewußtsein, Begriff {zn.}
notie
bewustzijn
benul
besef
Auffassung [v] (die ~), Begriff [m] (der ~), Verständnis [o] (das ~) {zn.}
verstand 
besef  [o]
inzicht
benul [o]
apperzeptieren, bewußt wahrnehmen, bemerken, begreifen, verstehen {ww.}
bewust waarnemen
waarnemen 

ich begriff
er/sie/es begriff

ik nam waar
hij/zij/het nam waar
» meer vervoegingen van waarnemen

begreifen, erfassen, verstehen {ww.}
begrijpen 
verstaan 
vatten 
snappen
bevatten 
beseffen 

ich begriff
er/sie/es begriff

ik begreep
hij/zij/het begreep
» meer vervoegingen van begrijpen

Niemand kann ihn begreifen.
Niemand kan hem begrijpen.
Sie wollte es verstehen.
Ze wilde het begrijpen.