Vertaling van Gelegenheit

Inhoud:

Duits
Nederlands
Begebenheit [v] (die ~), Gelegenheit [v] (die ~), Geschehnis [o] (das ~), Ereignis [o] (das ~), Fall [m] (der ~), Vorfall [m] (der ~) {zn.}
geval 
gelegenheid  [v]
gebeurtenis  [v]
Gelegenheit macht Diebe.
De gelegenheid maakt de dief.
Ich hatte mit dem Vorfall nichts zu tun.
Ik had niks te maken met die gebeurtenis.
Möglichkeit [v] (die ~), gelegenheit [v] (die ~) {zn.}
mogelijkheid  [v]
kans 
Gib mir eine Gelegenheit!
Geef me een kans!
Aber die Möglichkeit scheint unwahrscheinlich.
Maar die mogelijkheid lijkt onwaarschijnlijk.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Gib mir eine Gelegenheit!

Geef me een kans!

Gelegenheit macht Diebe.

De gelegenheid maakt de dief.


Gerelateerd aan Gelegenheit

Begebenheit - Geschehnis - Ereignis - Fall - Vorfall - Möglichkeit - gelegenheit