Vertaling van Grundriß

Inhoud:

Duits
Nederlands
Abriß [m] (der ~), Entwurf [m] (der ~), Plan [v] (die ~), Riß [m] (der ~), Grundriß [m] (der ~) {zn.}
plan  [o]
plattegrond
opzet
ontwerp
Der Plan wird funktionieren.
Het plan zal werken.
Wir brauchen einen Plan.
We hebben een plan nodig.


Gerelateerd aan Grundriß

Abriß - Entwurf - Plan - Riß