Vertaling van Pfeife

Inhoud:

Duits
Nederlands
Pfeife [v] (die ~) {zn.}
fluitje [o]
fluit  [v]
Pfeife [v] (die ~) {zn.}
pijp  [v]
tabakspijp [v]
Er saß Pfeife rauchend da.
Hij zat daar een pijp te roken.
pfeifen {ww.}
gieren
piepen
fluiten 

ich pfeife

ik gier
» meer vervoegingen van gieren



Gerelateerd aan Pfeife

pfeifen