Vertaling van abgeben

Inhoud:

Duits
Nederlands
abgeben, aufgeben {ww.}
overhandigen
inleveren

ich werde abgeben
du wirst abgeben
er/sie/es wird abgeben

ik zal overhandigen
jij zult overhandigen
hij/zij/het zal overhandigen
» meer vervoegingen van overhandigen

Abgeben, Hergeben, Hingeben, Geben, Erteilung [v] (die ~), Gewährung [v] (die ~) {zn.}
verstrekking [v]
verlening [v]


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Du würdest einen guten Diplomaten abgeben.

Je zou een goede diplomaat zijn.

Sie sollten sich nicht mit solchen Männern abgeben.

Je zou niet om moeten gaan met zulke mannen.


Gerelateerd aan abgeben

aufgeben - Abgeben - Hergeben - Hingeben - Geben - Erteilung - Gewährung