Vertaling van ankleiden

Inhoud:

Duits
Nederlands
anziehen, kleiden, ankleiden, bekleiden {ww.}
staan
aankleden 
omkleden
kleden

ich werde ankleiden
du wirst ankleiden
er/sie/es wird ankleiden

ik zal staan
jij zult staan
hij/zij/het zal staan
» meer vervoegingen van staan



Gerelateerd aan ankleiden

anziehen - kleiden - bekleiden