Vertaling van anmuten

Inhoud:

Duits
Nederlands
anmuten, andrehen, aufdrängen {ww.}
zich opdringen
anmuten, bezaubern, entzücken {ww.}
charmeren 
bekoren 

ich werde anmuten
du wirst anmuten
er/sie/es wird anmuten

ik zal charmeren
jij zult charmeren
hij/zij/het zal charmeren
» meer vervoegingen van charmeren



Gerelateerd aan anmuten

andrehen - aufdrängen - bezaubern - entzücken