Vertaling van anschließen

Inhoud:

Duits

Nederlands

anschließen, anfügen, hinzufügen, anhängen, anmelden {ww.}

toevoegen
bijvoegen

ich werde anschließen
du wirst anschließen
er/sie/es wird anschließen

ik zal toevoegen
jij zult toevoegen
hij/zij/het zal toevoegen
» meer vervoegingen van toevoegen

Ich würde gern wissen, ob ich einen Satz hinzufügen kann.

Ik ben benieuwd of ik een zin kan toevoegen.

Verändere keine Sätze, die korrekt sind. Stattdessen kannst du eine Alternativübersetzung, die natürlicher klingt, hinzufügen.

Verander geen zinnen die correct zijn. In plaats daarvan kun je natuurlijk klinkende alternatieve vertalingen toevoegen.

anschließen, mitteilen, teilhaftig machen {ww.}

voortzeggen
mededelen
meedelen
berichten

ich werde anschließen
du wirst anschließen
er/sie/es wird anschließen

ik zal voortzeggen
jij zult voortzeggen
hij/zij/het zal voortzeggen
» meer vervoegingen van voortzeggen

anschließen {ww.}

vastleggen
vastbinden
tuigeren
onderbinden
meren
aanbinden

ich werde anschließen
du wirst anschließen
er/sie/es wird anschließen

ik zal vastleggen
jij zult vastleggen
hij/zij/het zal vastleggen
» meer vervoegingen van vastleggen

anschließen {ww.}

inschakelen

ich werde anschließen
du wirst anschließen
er/sie/es wird anschließen

ik zal inschakelen
jij zult inschakelen
hij/zij/het zal inschakelen
» meer vervoegingen van inschakelen