Vertaling van aufkrempeln

Inhoud:

Duits
Nederlands
entfalten, ausbreiten, aufschlagen, aufkrempeln {ww.}
uitvouwen
opzetten
uitspreiden
ontvouwen

ich werde aufkrempeln
du wirst aufkrempeln
er/sie/es wird aufkrempeln

ik zal uitvouwen
jij zult uitvouwen
hij/zij/het zal uitvouwen
» meer vervoegingen van uitvouwen



Gerelateerd aan aufkrempeln

entfalten - ausbreiten - aufschlagen