Vertaling van auftragen

Inhoud:

Duits
Nederlands
auftragen {ww.}
opdienen
serveren
aankaarten

ich werde auftragen
du wirst auftragen
er/sie/es wird auftragen

ik zal opdienen
jij zult opdienen
hij/zij/het zal opdienen
» meer vervoegingen van opdienen

anwenden, verwenden, applizieren, verabreichen, auftragen, anbringen, auflegen {ww.}
toepassen
doorvoeren
in toepassing brengen
aanwenden 

ich werde auftragen
du wirst auftragen
er/sie/es wird auftragen

ik zal toepassen
jij zult toepassen
hij/zij/het zal toepassen
» meer vervoegingen van toepassen



Gerelateerd aan auftragen

anwenden - verwenden - applizieren - verabreichen - anbringen - auflegen