Vertaling van aus dem Weg räumen

Inhoud:

Duits
Nederlands
ausschalten, ausstoßen, eliminieren, wegschaffen, ausscheiden, absondern, kaltstellen, beseitigen, aus dem Weg räumen, ausmerzen {ww.}
wegwerken
uitschakelen
verwijderen
elimineren 
abtreten, nachgeben, weichen, überlassen, zedieren, übertragen, einräumen, zurückweichen {ww.}
afstaan 
wijken
toegeven 

wir räumen ein
sie räumen ein

wij staan af
zij staan af
» meer vervoegingen van afstaan

abräumen {ww.}
afruimen
afnemen 

wir räumen ab
sie räumen ab

wij ruimen af
zij ruimen af
» meer vervoegingen van afruimen

abräumen, fortnehmen, entziehen, wegnehmen {ww.}
wegnemen
afpakken 
weghalen
afnemen 

wir räumen ab
sie räumen ab

wij nemen weg
zij nemen weg
» meer vervoegingen van wegnemen