Vertaling van egal

Inhoud:

Duits
Nederlands
egal, gleich, gleichmäßig, gleichgültig, einerlei, Gleich- {bn.}
eender
egaal
gelijk
gelijkmatig


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Es ist egal.

Het maakt niet uit.

Es ist mir egal, was er macht.

Het is mij gelijk wat hij doet.

Ob er kommt oder nicht, ist mir egal.

Het maakt mij niet uit of hij wel of niet komt.

Meinem Physiklehrer ist es egal, wenn ich den Unterricht schwänze.

Het maakt mijn natuurkundeleraar niet uit als ik de lessen verzuim.

Hmm. Ich habe das Gefühl, dass ich mich verlaufen werde, egal welchen Weg ich nehme.

Hmm. Ik heb het gevoel dat ik ga verdwalen, welke weg ik ook neem.

"Wir geben keine Rabatte" sagte die Frau streng, "egal wie klein. Jetzt ziehen Sie den Anzug aus, wenn Sie ihn sich nicht leisten können."

"We geven geen kortingen," zei de vrouw streng, "ongeacht hoe klein. En wilt u nu alstublieft het pak uittrekken als u het zich niet kunt veroorloven?"


Gerelateerd aan egal

gleich - gleichmäßig - gleichgültig - einerlei - Gleich-