Vertaling van einschlagen

Inhoud:

Duits
Nederlands
abhacken, abhauen, umhacken, fällen, einschlagen {ww.}
omhakken
afhouwen
afkappen
afhakken

ich werde einschlagen
du wirst einschlagen
er/sie/es wird einschlagen

ik zal omhakken
jij zult omhakken
hij/zij/het zal omhakken
» meer vervoegingen van omhakken

einrammen, einschlagen, hineinschlagen {ww.}
inslaan

ich werde einschlagen
du wirst einschlagen
er/sie/es wird einschlagen

ik zal inslaan
jij zult inslaan
hij/zij/het zal inslaan
» meer vervoegingen van inslaan

einhüllen, einschlagen, einwickeln, umhüllen, umschlagen {ww.}
woelen
toestoppen
inwikkelen
omhullen
hullen

ich werde einschlagen
du wirst einschlagen
er/sie/es wird einschlagen

ik zal woelen
jij zult woelen
hij/zij/het zal woelen
» meer vervoegingen van woelen



Gerelateerd aan einschlagen

abhacken - abhauen - umhacken - fällen - einrammen - hineinschlagen - einhüllen - einwickeln - umhüllen - umschlagen