Vertaling van erwerben

Inhoud:

Duits
Nederlands
ähnlich machen, assimilieren, angleichen, anpassen, umwandeln, erwerben, sich aneignen, verarbeiten, ganz in sich aufnehmen, einverleiben {ww.}
in zich opnemen
assimileren

wir erwerben
sie erwerben

wij assimileren
zij assimileren
» meer vervoegingen van assimileren

erringen, gewinnen, verdienen, erwerben, einnehmen {ww.}
winnen 
verdienen 
behalen 

wir erwerben
sie erwerben

wij winnen
zij winnen
» meer vervoegingen van winnen

Welche Mannschaft wird gewinnen?
Welk team zal winnen?
Er hat nur ein Lebensziel: Geld verdienen.
Hij heeft maar een doel in het leven: geld verdienen.
erlangen, habhaft werden, sich erwerben, erwerben, anschaffen, gewinnen {ww.}
verwerven
behalen 
verkrijgen 
buitmaken

wir erwerben
sie erwerben

wij verwerven
zij verwerven
» meer vervoegingen van verwerven