Vertaling van gerührt

Inhoud:

Duits

Nederlands

bewegt, gerührt {bn.}

aandoenlijk
aangedaan
geroerd
ontroerd

rühren, anrühren, berühren, tangieren {ww.}

aanraken
toucheren
beroeren
raken
aankomen

ich habe gerührt
du hast gerührt
er/sie/es hat gerührt

ik heb aangeraakt
jij hebt aangeraakt
hij/zij/het heeft aangeraakt
» meer vervoegingen van aanraken

Ich kann mit Leichtigkeit meine Zehen berühren.

Ik kan makkelijk mijn tenen aanraken.

bewegen, erschüttern, rühren, ergreifen {ww.}

bewegen
ontroeren
aangrijpen

ich habe gerührt
du hast gerührt
er/sie/es hat gerührt

ik heb bewogen
jij hebt bewogen
hij/zij/het heeft bewogen
» meer vervoegingen van bewegen