Vertaling van jetzt

Inhoud:

Duits
Nederlands
jetzt, gegenwärtig, nun {bw.}
nou
nu 
tegenwoordig 
thans


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Ich bin jetzt müde.

Ik ben moe nu.

Wo wohnst du jetzt?

Waar woont u nu?

Kann ich jetzt gehen?

Mag ik nu gaan?

Muiriel ist jetzt 20.

Muiriel is nu 20 jaar oud.

Jetzt oder nie!

Nu of nooit!

Wo arbeitet Tom jetzt?

Waar werkt Tom nu?

Hast du jetzt Zeit?

Heb je nu tijd?

Jetzt bin ich verwirrt.

Nu ben ik in de war.

Jetzt erinnere ich mich.

Nu weet ik het weer.

Du kannst jetzt reinkommen.

Je mag nu binnenkomen.

Ich brauche jetzt nichts.

Ik heb nu niets nodig.

Sie sollten jetzt lieber gehen.

U kunt maar beter weggaan.

Sie ist jetzt im Krankenhaus.

Ze is op dit moment in het ziekenhuis.

Sie ist jetzt im Hotel.

Ze is nu in het hotel.

Ich hab jetzt etwas Geld.

Ik heb nu wat geld.


Gerelateerd aan jetzt

gegenwärtig - nun