Vertaling van nun
Voorbeelden in zinsverband
Muss ich nun gehen?
Moet ik nu gaan?
Wo lebst du nun?
Waar woon je nu?
Nun mal langsam, junger Mann.
Niet zo vlug, jonge vriend.
Ich habe nun keine Zeit.
Ik heb nu geen tijd.
Nun war sie außer Gefahr.
Ze was nu buiten gevaar.
Die Soldaten konnten ihn nun sehen.
De soldaten konden hem nu zien.
Nun weiß ich, woran ich bin!
Nu weet ik waar ik aan toe ben!
Ich weiß nicht, was von nun an zu tun ist.
Ik weet niet wat ik van nu af aan moet doen.
Nun, es ist möglich, dass du recht hast.
Nou, je zou gelijk kunnen hebben.
„Nun“, seufzte Dima, drehte sich zur Ladenbesitzerin um und bedachte sie mit einem mörderischen Blick, „dann habe ich wohl jetzt keine andere Wahl ...“
"Nou..." zuchtte Dima, keerde zich vervolgens naar de verkoopster en wierp haar een moordzuchtige blik toe, "ik geloof dat ik nu geen keus heb..."
Wer denkt: „Heutzutage spricht jeder Englisch“ oder: „Die gesamte Welt spricht Englisch“, ohne sich zu fragen, welcher Anteil der Weltbevölkerung es denn nun ist, der Englisch spricht, oder wie gut es gesprochen wird, der will nicht die Wirklichkeit vor seinen Augen sehen.
Wie denkt: "vandaag de dag spreekt iedereen Engels" of "de hele wereld spreekt Engels" zonder te vragen welk deel van de wereldbevolking Engels spreekt, en wat het niveau van hun taalkundige vaardigheid is, wilt de waarheid niet onder ogen zien.