Vertaling van regeln

Inhoud:

Duits
Nederlands
befestigen, festsetzen, fixieren, festmachen, anbringen, festbinden, anstecken, aufstecken, aufspannen, einspannen, festspannen, verankern, bestimmen, regeln, formulieren, aufstellen, abstecken {ww.}
vaststellen 
vastmaken 
tuigeren
fixeren
bevestigen 
bepalen 

wir regeln
sie regeln

wij stellen vast
zij stellen vast
» meer vervoegingen van vaststellen



Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Wir müssen uns an die Regeln halten.

We moeten de regels volgen.

Es ist gegen die Regeln, im Büro zu rauchen.

Het is tegen de regels op kantoor te roken.