Vertaling van reiben

Inhoud:

Duits
Nederlands
Reiben [o] (das ~), Reiberei [v] (die ~), Frottieren {zn.}
wrijving [v]
Reiben [o] (das ~), Strich [m] (der ~), Reibung [v] (die ~) {zn.}
wrijvingsweerstand
wrijving [v]
frottieren, reiben {ww.}
wrijven
uitwrijven
aanstrijken 

wir reiben
sie reiben

wij wrijven
zij wrijven
» meer vervoegingen van wrijven



Gerelateerd aan reiben

Reiben - Reiberei - Frottieren - Strich - Reibung - frottieren