Vertaling van ringen

Inhoud:

Duits
Nederlands
ringen {ww.}
worstelen
kampen

wir ringen
sie ringen

wij worstelen
zij worstelen
» meer vervoegingen van worstelen

sich sträuben, zappeln, sich winden, strampeln, sich herumwerfen, ringen, ankämpfen {ww.}
worstelen
zich aftobben
spartelen

wir ringen
sie ringen

wij worstelen
zij worstelen
» meer vervoegingen van worstelen

drehen, ringen, winden {ww.}
verwringen
wringen 
vertrekken
verdraaien
verbuigen
twijnen

wir ringen
sie ringen

wij verwringen
zij verwringen
» meer vervoegingen van verwringen

Gezappel [o] (das ~), Strampeln, Umsichschlagen, Ringen, Sträuben {zn.}
worsteling [v]