Vertaling van vergehen

Inhoud:

Duits
Nederlands
Vergehen [o] (das ~) {zn.}
klein vergrijp
Vergehen [o] (das ~) {zn.}
schuld 
passieren, vergehen, vorübergehen, vorüberkommen {ww.}
verstrijken
verlopen
vergaan
overgaan
overdrijven
omkomen 

wir vergehen
sie vergehen

wij verstrijken
zij verstrijken
» meer vervoegingen van verstrijken

entschwinden, verschwinden, vergehen {ww.}
verdwijnen 
zwinden
verzwinden
wijken
'm smeren
Mein Geld scheint am Ende des Monats zu verschwinden.
Mijn geld schijnt aan het eind van de maand te verdwijnen.
Delikt [o] (das ~), Vergehen [o] (das ~) {zn.}
vergrijp
delict [o]
Frevel [m] (der ~), Verbrechen [o] (das ~), Vergehen [o] (das ~) {zn.}
misdaad  [v]
misdrijf
Sie beging ein Verbrechen.
Ze heeft een misdaad begaan.
Bill hat das Verbrechen nicht begangen.
Bill heeft de misdaad niet begaan.