Vertaling van verletzen

Inhoud:

Duits
Nederlands
verletzen, verwunden {ww.}
wonden
verwonden
kwetsen

wir verletzen
sie verletzen

wij wonden
zij wonden
» meer vervoegingen van wonden

beschädigen, Schaden zufügen, verderben, verletzen, beeinträchtigen, schaden, untergraben {ww.}
beschadigen 
toetakelen
stukmaken
schenden
havenen
bederven 

wir verletzen
sie verletzen

wij beschadigen
zij beschadigen
» meer vervoegingen van beschadigen

Verletzte Menschen verletzen Menschen.
Beschadigde mensen beschadigen mensen.
beleidigen, kränken, verletzen {ww.}
uitschelden
verongelijken
grieven
krenken
beledigen 

wir verletzen
sie verletzen

wij schelden uit
zij schelden uit
» meer vervoegingen van uitschelden