Vertaling van verschleißen

Inhoud:

Duits
Nederlands
verschleißen, abnutzen, abgreifen {ww.}
inrijden
afslijten 

wir verschleißen
sie verschleißen

wij rijden in
zij rijden in
» meer vervoegingen van inrijden



Gerelateerd aan verschleißen

abnutzen - abgreifen