Vertaling van voraussetzen

Inhoud:

Duits
Nederlands
voraussetzen, annehmen {ww.}
veronderstellen

ich werde voraussetzen
du wirst voraussetzen
er/sie/es wird voraussetzen

ik zal veronderstellen
jij zult veronderstellen
hij/zij/het zal veronderstellen
» meer vervoegingen van veronderstellen

vermuten, voraussetzen {ww.}
veronderstellen
vermoeden
menen
stellen
aannemen 

ich werde voraussetzen
du wirst voraussetzen
er/sie/es wird voraussetzen

ik zal veronderstellen
jij zult veronderstellen
hij/zij/het zal veronderstellen
» meer vervoegingen van veronderstellen



Gerelateerd aan voraussetzen

annehmen - vermuten