Vertaling van annehmen

Inhoud:

Duits
Nederlands
annehmen, akzeptieren, entgegennehmen, im Empfang nehmen, aufnehmen, auf sich nehmen, sich gefallen lassen, hinnehmen, eingehen auf, einwilligen in {ww.}
aannemen 
ontvangen 
accepteren 

ich werde annehmen
du wirst annehmen
er/sie/es wird annehmen

ik zal aannemen
jij zult aannemen
hij/zij/het zal aannemen
» meer vervoegingen van aannemen

voraussetzen, annehmen {ww.}
veronderstellen

ich werde annehmen
du wirst annehmen
er/sie/es wird annehmen

ik zal veronderstellen
jij zult veronderstellen
hij/zij/het zal veronderstellen
» meer vervoegingen van veronderstellen