Vertaling van vorladen

Inhoud:

Duits
Nederlands
anführen, erwähnen, nennen, zitieren, angeben, zugedenken, vorladen {ww.}
noemen 
citeren 

ich werde vorladen
du wirst vorladen
er/sie/es wird vorladen

ik zal noemen
jij zult noemen
hij/zij/het zal noemen
» meer vervoegingen van noemen

Die Leute nennen ihn Dave.
Mensen noemen hem Dave.
Wir nennen unseren Hund Pochi.
We noemen onze hond Pochi.
anweisen, assignieren, überweisen, zuweisen, zugedenken, zitieren, vorladen {ww.}
voor het gerecht dagen
toewijzen

ich werde vorladen
du wirst vorladen
er/sie/es wird vorladen

ik zal toewijzen
jij zult toewijzen
hij/zij/het zal toewijzen
» meer vervoegingen van toewijzen



Gerelateerd aan vorladen

anführen - erwähnen - nennen - zitieren - angeben - zugedenken - anweisen - assignieren - überweisen - zuweisen